Temperatuur
Rond 1700 onstond de behoefte om de temperatuur te meten. Bijna onafhankelijk van elkaar werd in Zweden, Frankrijk en Duitsland een systeem voor het vastleggen van de temperatuur uitgewerkt. Men ging uit van twee vaste gegevens, namelijk de temperatuur van smeltend ijs en de temperatuur van kokend water. In Frankrijk was het een meneer RĂ©aumur die bij smeltend ijs 0 zette en bij kokend water 80. Deze methode vond buiten Frankrijk bijna geen ingang. De Zweedse astronoom Anders Celsius (1701-1744) had meer succes. Ook hij zette 0 bij smeltend ijs, maar 100 bij het kookpunt van water. Deze honderdelige thermometer is nog steeds in gebruik en wordt in het SI-stelsel ook toegestaan, hoewel de voorkeur uitgaat naar Kelvin. In Duitsland was het Fahrenheit (1686-1738) die de 180-gradige thermometerschaal introduceerde, die vreemd genoeg nog steeds in Engeland en Amerika wordt gehanteerd.